Het was al weer vier maanden geleden dat ik voor het laatst
op mijn mountainbike zat. Afgelopen zaterdag ging ik met mijn broer. Eerder was
het zo dat hij vooral achter mij aanfietste en dat ik af en toe medelijdend
omkeek en vroeg of het nog een beetje ging. Maar hij fietst de laatste tijd
veel meer. Daardoor waren de rollen volledig omgedraaid. Eerst leek dat niet zo
en kon ik redelijk meekomen. Maar tegen het einde van onze rondrit stopten mijn
spieren in mijn benen er mee. Af en toe moest ik afstappen. Dan konden
mijn spieren weer verder. De dagen erna heb ik het nog gevoeld. Ik zou die
spieren meer moeten trainen. Omdat ik wel geregeld hardloop, waren het vooral
de specifieke fietsspieren die het lieten afweten. Wel balen dat mijn broer het
zo makkelijk deed.
Geloven lijkt op fietsen. Je moet het wel bijhouden en
trainen. Anders wordt het bereiken van de eindstreep een lastig karwei. Eens in
de vier maanden met je geloof bezig zijn is veel te weinig. Vooral als je een
flinke berg moet beklimmen. Trainen kan op veel manieren. Dat kan door met je
hoofd, je hart of je handen iets te doen wat je met God verbindt. Hoe meer je
traint, hoe makkelijker je bij de eindstreep komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten