
Het doet me denken en verlangen naar schaatsen over
natuurijs. Die eerste slagen. Als je lichaam nog onwennig de schaatsbeweging
maakt. Als je ook nog een beetje bang bent of het ijs je wel kan houden. Want
het is maar een dun laagje, dat eerste ijs. Straks zak je erdoor. Maar je
schaatst door en je glijdt steeds makkelijker over het ijs. Het mooist is dat
zwarte ijs waar je bijna gewichtloos overheen gaat. Alsof je zweeft.
Geloven in God heeft iets van schaatsen over het ijs. Soms
houdt het ijs nauwelijks. Het is te dun en je houdt het niet vol om te geloven
in een God die je niet kan zien. Maar andere momenten lukt het wel. In het
begin nog wat onwennig misschien, maar je gelooft door en je glijdt er steeds
makkelijker overheen. Het mooist is het gevoel dat je niet schaatst, maar
zweeft. Je schaatst niet, het ijs draagt je.