donderdag 8 mei 2014

Ik weet niet wat donker is


Ik weet niet wat het betekent als het donker is. Overal in huis hangen lampen. Het liefst laat ik een klein lampje branden in ruimtes. Dan kom je elke kamer in het licht binnen. Dat maakt het betreden van een kamer makkelijk. Want ik vind die nieuwere, energiezuinige lampen irritant. Die moeten eerst warm worden voor ze genoeg licht geven. Als ik in het donker auto moet rijden, dan kunnen mijn lichten gewoon aan. Is er niemand anders op straat, dan gaat lekker dat grote licht op. Dat is net een soort zoeklicht. Nederland heeft ook de hoogste dichtheid van lantaarnpalen, zag ik laatst. Op elke vijf Nederlanders is er wel zo’n lichtgevende paal neergezet. Het zou toch ergens donker zijn!
Ik weet niet wat donker is, omdat er altijd licht om me heen is. Dat is gewoon een voorrecht. Want als je in het licht leeft, dan is het leven een stuk makkelijker. Je valt niet snel, want je weet waar je voeten neergezet moeten worden. Je botst niet tegen allerlei rare dingen op, want je weet  waar alles staat. Ja, het leven is zelfs veiliger. Want velen zijn verdronken, omdat ze’s nachts het water in zijn gelopen. En criminelen krijgen in het donker veel meer kans. Op alle manieren is een leven met licht veel prettiger en veiliger. Johannes zegt het zo in de bijbel: God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis.  Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten